Van de auteurs van de bestseller
"Leer beleggen als Warren Buffett".

Vraag van een participant

Categorie

Afgelopen week ontvingen we een vraag van een van de circa 200 participanten van ons beleggingsfonds ValueMachinesFund.


De voorgelegde vraag:

"Er is een ding wat ik niet helemaal begrijp en dat betreft de zin over de geschatte intrinsieke waarde per participatie van EUR 420,-.

In het recente 'Maandbericht ValueMachinesFund maart 2024' wordt gesteld dat het verschil tussen de participatieprijs en de geschatte intrinsieke waarde resulteert in een zogeheten margin of safety van 49%.

Kunnen jullie uitleggen wat dit betekent en hoe we dit moeten interpreteren?"


Ons antwoord:

Van iedere afzonderlijke positie binnen ValueMachinesFund hebben we een schatting gemaakt van de intrinsieke (oftewel bedrijfseconomische) waarde, en deze beoordelen wij eens per kwartaal opnieuw. Het gaat hier nadrukkelijk om een schatting: we trachten alle toekomstige winsten van een bedrijf te verdisconteren naar het heden, en de toekomst is per definitie onzeker.

Op basis van deze schattingen en de gewichten van de posities in ValueMachinesFund is een geschatte intrinsieke waarde per participatie te berekenen, aan het begin van deze maand bedroeg deze EUR 420,- per participatie.

De vastgestelde participatieprijs per einde maart (EUR 214,33) gedeeld door de geschatte intrinsieke waarde per participatie (EUR 420,-) bedraagt 51%, en daarmee bedraagt de margin of safety oftewel het vermeende kortingspercentage 49%.

De participatieprijs fluctueert voortdurend en in wat mindere mate geldt dat ook voor de geraamde intrinsieke waarde per participatie, en daarmee eveneens voor het kortingspercentage.

Vergelijkbaar met hamburgers bij McDonald's en boodschappen in de supermarkt zijn aandelen (en participaties in ValueMachinesFund) extra aantrekkelijk wanneer de korting relatief hoog is.

Wanneer aandelen weer eens stevig zijn gedaald en het sentiment somber is, is de korting bij ValueMachinesFund relatief hoog. Dit zijn geen goede momenten om in paniek te raken en beleggingen te verkopen.

Dat beleggers in beleggingsfondsen gemiddeld een nogal matig rendement behalen hangt niet in de eerste plaats samen met slechte beleggingskeuzes van de fondsbeheerder of de kosten van het fonds, maar met de beleggers zelf. Zij stappen namelijk vaak in nadat een fonds een tijdlang heel goed heeft gepresteerd en verkopen weer na een zwakke periode. Dat verklaart dat de gemiddelde belegger in een fonds een slechter rendement behaalt dan het fonds zelf.

Zo behaalde een van de best presterende beleggingsfondsen tussen het jaar 2000 en 2009 een gemiddeld jaarrendement van 18%. Beleggers in dit fonds realiseerden echter gemiddeld een verlies van 11% per jaar.

Door het maandelijks informeren over het vermeende kortingspercentage beogen we bovenstaand nadelige effect te verkleinen. En zo mogelijk zelfs volledig om te draaien zodat participanten met name instappen of bijstorten bij een relatief hoog kortingspercentage en zodoende een beter rendement behalen dan ValueMachinesFund zelf.

Tijdens het begin van de pandemie daalden aandelen sterk, waardoor het kortingspercentage bij ValueMachinesFund snel steeg. Het is opmerkelijk dat geen enkele investeerder er toen voor koos om zijn of haar participaties in ValueMachinesFund te verkopen. Wel waren er op dat moment meerdere nieuwe participanten en participanten die besloten om hun belegging in ValueMachinesFund uit te breiden (waaronder wijzelf). Dat zien we uiteraard graag, met name juist op die momenten!

Bedankt voor het lezen van dit artikel!

Onze populaire aandelenanalyseservice ValueSelections uitproberen? Ontvang onze maandelijkse analyses van drie aantrekkelijke value-aandelen in het vervolg zelf ook!

Gratis voorbeeldrapport downloaden