Van de auteurs van de bestseller
"Leer beleggen als Warren Buffett".

Een emotionele versus een optimale portefeuille

Categorie

Veel zekerheden met beleggen heeft u niet. Maar wat wel met een hoge mate van waarschijnlijkheid te verwachten is, is dat aandelenkoersen zullen fluctueren. Dat lijkt een dooddoener, maar dan ten minste wel een waarvan u kunt profiteren...

Emotionele beproeving

Dalingen van specifieke aandelen in portefeuille vormen een emotionele beproeving voor beleggers. Zelf hanteren we wat dit betreft een eenvoudige benadering: tenzij de koersdaling samenhangt met een gebeurtenis die maakt dat onze intrinsieke waarderaming moet worden verlaagd overwegen we aandelen bij te kopen in geval van een daling.

Is het omgekeerde het geval - een koersstijging zonder aanwijsbare reden - dan overwegen we het omgekeerde te doen. Namelijk door zo'n positie al dan niet deels te verkopen.

Een voorbeeld

Om het idee van een optimale portefeuille duidelijk te maken geven we tijdens presentaties dikwijls een voorbeeld. Stel dat Bedrijf A en Bedrijf B in alle opzichten identiek zijn voor wat betreft concurrentievoordelen, management, groeivooruitzichten, enzovoort. In beide gevallen ligt de geraamde intrinsieke waarde op EUR 20,- en in beide gevallen bedraagt de beurskoers EUR 10,-.

In het voorbeeld wordt in beide aandelen de helft van de portefeuille belegd (dus twee posities van elk 50%). Een maand later is de koers van Bedrijf A met 20% gestegen (tot EUR 12,-) en die van Bedrijf B juist met 20% gedaald (tot EUR 8,-). Dergelijke fluctuaties doen zich op de beurs dikwijls voor, vaak zonder duidelijk aanwijsbare reden.

Ondanks de koersfluctuaties is de portefeuille in totaliteit nog hetzelfde waard: de winst van de belegging in Bedrijf A is gelijk aan het verlies van de belegging in Bedrijf B. Ook de intrinsieke waarde van de portefeuille als geheel is onveranderd, de waarderamingen zijn immers niet bijgesteld.

Als gevolg van de koersbewegingen is nu de situatie ontstaan dat de portefeuille voor 60% bestaat uit Bedrijf A (het aandeel dat in koers gestegen is en daardoor minder aantrekkelijk geworden is). En voor 40% uit Bedrijf B (het aandeel dat gedaald is en daardoor juist aantrekkelijker geworden is).

Gezond verstand zou suggereren dat het verstandig is een kleiner belang in Bedrijf A te hebben en juist een groter belang in Bedrijf B. Hoewel de intrinsieke waarderamingen niet zijn bijgesteld en ook de portefeuille in totaliteit nog evenveel waard is zou de portefeuille aantrekkelijker - optimaler - worden door de grootte van het belang in Bedrijf A te verkleinen ten gunste van Bedrijf B.

De voorgestelde herverdeling gaat in tegen het gevoel van veel beleggers. De belegging die goed gepresteerd heeft moet immers deels worden verkocht terwijl de slecht presterende aandelen van Bedrijf B moeten worden bijgekocht. Wordt de aanpassing in de portefeuille toch gedaan dan is sprake van een optimale portefeuille, in plaats van een emotionele portefeuille.

Zijn de koersen van Bedrijf A en Bedrijf B na nog een maand weer terug bij af (beide weer EUR 10,-) dan is de belegger met een emotionele portefeuille geen stap opgeschoten. De geraamde intrinsieke waarde van zijn portefeuille is nog steeds EUR 40,- terwijl zijn portefeuille op dat moment nog steeds goed is voor EUR 20,-.

De belegger met de optimale portefeuille is daarentegen wel wat opgeschoten, ondanks dat de waarderamingen van beide aandelen niet zijn aangepast en ondanks dat ook de koersen van beide aandelen per saldo onveranderd zijn. De geraamde intrinsieke waarde van zijn portefeuille is door het herverdelen immers wat gestegen en de waarde van de portefeuille zelf eveneens...

Bedankt voor het lezen van dit artikel!

Onze populaire aandelenanalyseservice ValueSelections uitproberen? Ontvang onze maandelijkse analyses van drie aantrekkelijke value-aandelen in het vervolg zelf ook!

Gratis voorbeeldrapport downloaden